André Gide te Dudelange In januari 1919 komt André Gide voor de eerste maal bij het gezin Mayrisch te Dudelange, waar hij viermaal verblijft. Hij werkt er aan zijn roman Les Faux Monnayeurs, verbetert de drukproeven van La Symphonie pastorale, legt de eerste druk vast van S Je grain ne meurt, schrijft brieven aan Edmond Jaloux, Paul Valéry, etc. „Ik werk, vertrouwt hij aan zijn journal toe, in de bibliotheek van Mevr. Mayrisch, een der meest uitgezochte laboratoria waarvan men kan dromen” Op 16 mei schrijft hij ,Ik heb in Luxemburg 14 bijzonder instructieve dagen doorgebracht : (..) met een bezoek (...) aan de modelhoeve van de Mayrisch en de ijzergieterijen en hoogo- vens — en vooral een voortreffelijk ingerichte beroepsschool voor de kinderen van de arbei- ders”. De eerste van deze citaten komt uit het Journal des Faux-Monnayeurs (Gallimard, Parijs), de tweede uit een onuit- gegeven brief van 16 mei 1919 aan Eugène Rouart (Privéverzameling, Luxemburg). B Tijdens zijn verblijf te Dudelange in september 1919, heeft Gide een gesprek met de Luxem- burgse journalist Frantz Clément, die een boek voorbereidt over Das Jiterarische Frankreich von heute. Opgedragen aan Mevrouw Mayrisch verschijnt het boek in 1925 te Berlijn (Uitgeverij Ullstein).