De vriendschap met André Gide In februari 1903 publiceert A. M. de Saint-Hubert te Brussel in L'Art moderne een artikel over L’Immoraliste door André Gide (1869-1951), dat verschenen is in 1902. Dit artikel werd door Mevr. van Rysselberghe naar Gide gestuurd ; het ligt aan de basis van vriendschap - pelijke betrekkingen die van dan af tussen Mevr. Mayrisch en de Franse schrijver bestaan. In augustus 1903 ondernemen ze met Mevr. van Rysselberghe een reis in Duitsland (Wei- mar, Berlijn, Dresden). Te Weimar houdt Gide een lezing over LImportance du public. Ze bezoeken er een tentoonstelling van Franse schilderkunst (waaronder Van Rysselberghe). M In 1914 maken Aline Mayrisch, André Gide en Henri Ghéon een reis van zes weken naar Turkije en Griekenland. Na zijn terugkeer schreef Henri Ghéon aan Mevrouw Mayrisch : ,Ja, het was ook een test voor onze vriendschap. Maar wat hebt u het mij gemakkelijk gemaakt ! Deze zes weken beho- ren voor mij tot de mooiste van mijn leven”. Mevr. Mayrisch en R.M. Rilke In La Nouvelle Revue Française, die ze vanaf het begin steunt, publiceert Mevr. Mayrisch in juli 1911, onder de naam Saint-Hubert, een artikel over Rainer Maria Rilke et son dernier livre des Cahiers de Malte Laurids Brigge, een artikel dat gevolgd wordt door fragmenten uit het werk, vertaald door André Gide. „Zij is de eerste, zou Gide zeggen, die me RM. Rilke heeft doen kennen, me geholpen heeft hem te begrijpen en geleerd heeft hem lief te hebben. Met haar heb ik de eerste fragmenten van Die Aufzeichnungen des Malte Laurids Brigge vertaald, toen Rilkes naam in Frankrijk nog onbekend was.”